27 voerde dekhengsten worden als het ware uit den natuur staat, waarin zij zich sedert hunne geboorte bevonden, weggerukt, om ze in eene geheel andere omgeving te brengen en daar meer als huisdieren te behandelen of gebruiken. Zulk een min of meer gewelddadige schok brengt eene ommekeer in hun geheele doen en laten te weeg en dit alles, gevoegd bij een akklimateeringsproces, dat ook zij moeten ondergaan, veroorzaakt zeer vaak ziekten, die maanden lang kunnen voortduren. Niet zelden is b. v. zelfs de kwade droes een der kenmerken daarvan wanneer niet bij tijds de moeste voorzorgen daartegen worden in acht genomen. De kwade droes die gee- sel van het paardenras kan te heviger woeden onder paarden, van streken afkomstig, waar die ziekte nimmer heeft geheerscht. De Heer S. Roos zegt op bladz. 32 van zijne verhandeling over het eiland Soembadat die ziekte daar vreemd is. Opmerkelijk is hetdat zij zich voor het eerst in 1859 te Makassar maar toen ook in den hevigs ten graad openbaarde. De kwade droes wordt zoozeer gevreesddat op alle stoeterijen in Duitschland als regel geldt, dat het daarmede behebte paard onmiddellijk moet worden afgemaakt. De droes is epidemisch en voor de verbreiding dezer gevaarlijke ziekte bestaat te grooter gevaarnaarmate de dekhengsten op meer punten geplaatst worden. De plaatsenwaar de hengsten vereenigd wordennoemt men hengstendépótsOm bovengenoemde reden is het gebiedend noodzakelijkdat er b. v. voor de in de re sidentie der Preanger-regentschappen te stationeeren dek hengsten slechts een dépot iswaar zij na hunne aankomst op Java gelogeerd worden, eene zorgvuldige verpleging ontvangen en er blijven tot dat zij voor hunne bestem ming volkomen geschikt zijn. Het hengstendépöt mag niet te ver verwijderd zijn van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 38