381 niet, dat na de overwinning de geslagen benden van Lucknow op de beide oevers van den Ganges een partij gangersoorlog konden organise eren; een oorlog, die in Indië vooral te duchten is. Het leger van Campbellhoeveel voldoende om een expeditie in Rohilkhand en tegen Bareilly tot een goed einde te brengen, was evenwel niet krachtig genoeg om onmiddellijk de verovering van het koninkrijk Oude te beproevendaarbij kwam nog dat er een geruime tijd moest verloopen alvorens de van Calcutta afgezonden versterking en eeii belegerings- treiu van Agra bij liet hoofdkwartier waren aangekomen. Hoezeer wellicht met tegenzin, nam Campbell de plannen van den gouverneur-generaal aan en vestigde hij zich te Fattygurals het punt, waar hij de samentrek king van troepen op Cawnpore dekkende rust in de veroverde landstreken herstellen en de strijdkrachten van Rohilkhand en Oude in bedwang houden kon. Gedurende meer dan één maand stond de generaal in zijn hoofdkwartier te Fattygur bloot aan de aanval len der Engelsch-Indische persdie hem den bijnaam van Cunctator gaf. He nieuwe Fabius bleef evenwel niet werkeloos en verborg het geheim zijner aanstaande operation onder toebereidselen, welke aan een onmiddel- 1 ijken inval in Rohilkhand deden denken. Zoo zond hij eeue kolonne uit naar de boorden van de rivier Ram- gunge, waar men onder zijne oogen een begin maakte met de herstelling van een ijzeren brug, die vernield was geworden. Een troep opstandelingendie stelling genomen had in een nabij Fattygur gelegen dorpwerd na een hardnekkig gevecht daaruit verjaagd. Tegen het einde van Januari ontving men bij het hoofdkwartier de tijding van het vertrek van den belegerings-trein van Agra. Geheel verzekerd omtrent, de spoedige aankomst daarvan, wierp Campbell nu het masker af, brak den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 390