384 van Campbell poogden tegen te iiouden door zijne maga zijnen bij den Alambagh te vernielen. Het is overbodig om in bijzonderheden te treden omtrent de verschillende aanvallendie tegen het Engelsche kamp gericht werden genoeg zij het te vermeldendat een laatste op den 26™ Februari gedane aanval tegen het fort Jellalabaddoor een korps opstandelingen van 20,000 manweder een keer te meer het overwicht van een handvol Europeanen op eene inlandsche menigte bewees. Deze overwinning, die op schitterende wijze de verdediging van den Alam bagh door Outram bekroondeging slechts weinige dagen de aankomst van de derde expeditie tegen het koninkrijk Oude vooraf, die in minder dan vijf maanden de poorten van Lucknow gewapenderhand zoude openen. De legermacht, die in de laatste dagen van Februari onder de orders van Campbell rondom Cawnpore vereenigd wasovertrof in kracht en sterkte alles wat Indië vóór dien tijd had aanschouwd. Zij bestond uit vier divisiën infanterie (iedere divisie telde twee brigades, iedere bri gade drie bataillons), onder bevel van de generaals Outram, Lugard, Walpole en Franks. De divisie van dezen laatste had in last, de orde in de naburige distrikten te herstellen, en mocht zich eerst op een bepaalden datum en onder de muren van Lucknow weder bij het hoofdkwartier voegen. Grant voerde het bevel over de kavallerie, terwijl Wilson, de overwinnaar van Delhi, en Aapier de technische wa pens kommandeerden. Het Engelsche legerongeveer 25.000 man sterkwaarvan nagenoeg twee derden Euro peanenwas samengesteld uit de oude benden, die Dehli overwonnen en de beide expeditiën tegen Lucknow me degemaakt hadden. Daar waren het 9e regiment koninklijke lansiers, de 73° en 03° Schotsche regimenten, het lc regiment fuseliers van Bengalenhet 2c fuseliers van Madras, het regiment Sikhs van Firozpore en de marine landings-divi-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 393