385 sic. De officieren waren deze brave veteranen waardig en de namen van de generaals Peel en Hope, van de luitenant-kolonels Tombs en Turner van de artillerie, en van den majoor Hodson van de kavallerie schitterden reeds met roem in de militaire gedenkboeken van Enge land. De adjudant-generaal van het leger, Norman, had in diezelfde hoedanigheid bij het beleg van Delhi bewij zen van buitengewone bekwaamheid gegeven, terwijl de kolonel Mansfielddie met Campbell onlangs uit Europa, was aangekomen, zich bij het beleg van Sebastopel een goeden naam had gemaakt. Bij die strijdkrachten moet nog gevoegd worden een korps Goerka's, sterk 12.000 man en van een talrijke artillerie voorzien, onder den radja van Nepaul, Jang Bahadoer, dat zich onder de muren van Lucknow met het Engelsehe leger zoude vereenigen om die plaats tot onderwerping te brengen. De expeditie tegen het koninkrijk Oude was uitstekend uit gerust. Moeiten noch kosten waren gespaard om de strijders van het noodige en meer dan dat te voorzienhetgeen in Indië, met den onvermijdelijken nasleep van bedienden, koelies, ossen, kameelen en olifanten, niet weinig bezwa ren in heeft. Een plaats als Lucknow tot. de overgave te dwingen was geene gemakkelijke taak, zelfs voor zulk een geducht leger als dat van Campbell. De vijand had alles in het werk gesteld om de plaats on neembaar te maken, en de Begam telde niet minder dan 20.000 man onder hare vanen. De groote uitgebreidheid van Lucknow liet niet toe, de stad met eeue macht van 25.000 man in te sluiten en een geregeld beleg te be ginnen. Evenals de vorige keeren moest de aanval van de rechterzijde plaats hebben, in de nabijheid van de Goemti. De verdediging omvatte drie afzonderlijke liniënde eerste of buitenste linie bestond g;rootendeels uit het groote inet water gevulde en daardoor bijna onneembare kanaal,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 394