392
stad verlorenrichtten zij nog een dolzinnigen aanval
tegen den Alambagh. Deze aanval werd echter ge
makkelijk afgeslagen door de verdedigers van het ver
sterkte kampkrachtig bijgestaan door de bondgenooten
van üïepaul.
Den 16c" 's avonds waren de Engelschen in het bezit
van het geheele aan de rivier gelegen gedeelte der stad,
en de gemeenschap met de overzijde der rivier was voor
goed voor de verdedigers verloren.
De Begam en haar zoon hadden zich in den Moesa
Bagh terug getrokken, die door zes duizend getrouwe
soldaten, bijna allen ruiters, met 12 stukken geschut
werd verdedigd. Dit paleis werd den 19en door Outram
aangevallen en genomen, doch dit feit had niet den goeden uit
slag, dien men er zich van had voorgesteld, daar de
Begam met hare ruiters zonder groote verliezen tijdig
ontsnapte.
Twee dagen later werd een gevecht geleverd in het
midden der stadwaar de Moelvihet Muzelmansch hoofd
van den opstand en de tegenstander van de Begam, zich
met 1500 zijner aanhangers in gecreneleerde gebouwen
staande hield. De strijd was hevig en men moest van
de sappe en het kanon gebruik maken om de opstande
lingen uit hun laatste schuilplaats te verdrijven. Sherif
Uddaulah, die om zijne Engelsche neigingen door de
mohammedaansche partij werd gewantrouwdverloor bij
deze gelegenheid het leven, daar hij door zijne bewa
kers op het laatst van het gevecht werd afgemaakt.
Het laatste groote brandpunt van den opstand beoosten
de Jamoeua was nu in handen der Engelschen.
De Britsch-Indische pers was evenwel met dit behaal
de voordeel niet tevredengeene rekening houdende met
den grooten omvang der stad en de betrekkelijk geringe
sterkte der Engelschenslingerde zij den generaal hevige
verwijtingen naar het hoofdomdat hij het leger der op-