398 geleden te hebben, had hij zich naar de grenzen van Fepaul teruggetrokken, doch men wist zeker, dat hij nog steeds zijn volk onder de wapens hield; en men schat te zijn invloed zóó hoog, dat het Gouvernement 25,000 roepijen op zijn hoofd stelde. Toen Campbell Gorrackpore verliet om het leger, dat Lucknow zoude ten onder brengente versterkenwas Koër Singh onmiddellijk weder met zijne troepen in het veld gekomen en had hij zich naar het zuiden begeven. De kolonel Milmankommandant van het station Azim- gur, trok den 24en Maart aan het hoofd van 300 man de opstandelingen te gemoet. Fa een voorposten-gevecht waarvan het voordeel aan de zijde der Engelschen bleef oordeelde de kolonel Milman, die nog korten tijd in In- dië was en zich overal door vijanden omringd zaghet raadzaam terug te trekken, hetgeen hem echter niet ge lukte dau met achterlating van een gedeelte der goederen. Den volgenden dag was hij binnen Azimgur door de troepen van Koër Singh ingesloten. De eerste hulp werd door Benares afgezonden en op den 5en April drong Lord Mark Kerr met zijn detachement door de linie der belegeraars. Campbell was niet blind gebleven voor den ongunstigen stand van zaken in Feder-Bengalen en reeds den 29e" Maart was de koloune Lugard naar het zuiden opgerukt. Deze bevelhebber slaagde er bijna zonder slag of stoot in, Azimgur te onzetten. Koër Singh wendde zich nu met snelheid naar den Ganges, achtervolgd door twee kolonneseen van het oosten en een van het westen op rukkende om den vluchteling te omsingelen in den hoek, gevormd door de samenvloeiing van de Gogra en den Ganges. De kolonne van het oosten onder kolonel Douglas bereikte na een geforceerden marsch van vijf dagen Koër Singh met zijne aanhangers en leverde hem slag, waarbij O 7 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 407