401 ongeschikt was om dienst te doen. De pogingen om de landstreek tot rust te brengen werden eerst met een goeden uitslag bekroondtoen men door de wildernis een stelsel van wegen had aangelegd, waardoor men gelegen heid had, de opstandelingen in alle schuilhoeken te be stoken. Het begin der operatiën tegen Rohilkhand was niet gelukkig "geweest. De kolonne van Walpoledie in de eerste dagen van April Lucknow had verlaten, stootte den 14en dier maand op een kleine aarden versterking, be kend onder de namen van Rhadamow en Roeya. Dit fortje was te midden der bosschen gelegen en werd door 400 a 500 inlanders verdedigd. Niettegenstaande een belege- ringstrein aan de expeditie was toegevoegd, werd zonder voorafgaand bombardement onmiddellijk tot de bestorming overgegaan. De detachementen van het 42° Schotsche en het 4e Punjaubsche regiment werden door zulk moord dadig geweervuur ontvangen, dat zij hun aanval in wanorde staakten. Onmiddellijk werden de zware kanonnen in batterij gebracht om dit échec te herstellendoch het fort kon niet geheel en al ingesloten worden en werd des nachts door de bezetting verlaten. Deze slecht geleide onder neming kostte meer dan honderd dooden en gekwetsten. Onder de dooden bevond zich Adriaan Hope, kolonel van het 93° Schotsche regiment, een der helden van de twee bestormingen van Lucknow, die doodelijk door een kogel werd getroffentoen hij de orde in de aanvalskolonne trachtte te herstellen. Den 21en April kwam de divisie Walpole in de nabijheid van vijandelijke korpsen, die de schipburg over de Ramgunge moesten verdedigen. De kavalierie en lichte artillerie vielen met zooveel onstui migheid en kracht op de inlandsche troepen aan, dat deze onmiddellijk op de vlucht sloegen en de brug onbescha digd in handen der Engelschen lieten. Hierdoor lag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 410