410 De voortgebrachte stroomen gaan over in dezen lijndraad en loopen uit op den ontvangtoestel, die niets anders is dan een hoorntje of buisje, volkomen gelijk en gelijk vormig aan het overbrengende of voortplantende buisje. De lijndraad of telegraafdraad is verbonden aan den draad van het klosje van het ontvangbuisje. De stroomen doordringen den draad, die om het gemagnetiseerde staaf je is opgerold. Hun doorgang weerkaatst op den mag neet en verandert zijn aantrekkingsvermogen. Telkens als er een stroom komt, wordt de magnetiseering gewij zigd en werkt hij terug op het plaatijzeren schijfje, dat men onder zijn bereik plaatst. Het schijfje, achtereenvolgens aangetrokken en afgestooten, begint te trillen, en het trilt volkomen op gelijke wijs als het schijfje van het over plantende buisje. De bewegingen van het eene worden overgeplant op het andere. In plaats van den mond in de monding of opening te zetten om te spreken, is het, om te hooren, voldoende er het oor tegen aan te leggen. Deze overeenkomst tusschen den voortplantings- en den ontvangtoestel vereenvoudigt het stelsel en maakt het bij uitstek praktisch. Men ziet, dat men met twee buisjes, verbonden door een draad, op een afstand spreken kan, volkomen op gelijke wijze als met een spreekbuis. Het is voldoende in de monding van een der twee te spreken, om hem, die het oor legt tegen de monding van het an dere, in staat te stellen, de overgeplante klanken zeer goed te onderscheiden. Het plaatijzeren schijfje verzamelt bij het afgaan al de trillingen, uitgebracht door dc menschelijke stem, allen zonder uitzondering: zij bestaan gelijktijdig, en het tweede schijfje herhaalt ze bij de aankomst met een buitengewone getrouwheid en doet de lucht in trilling geraken. Het oor ontvangt op zijne beurt indrukken door deze menig-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 419