427 Omtrent dit punt zijn allen het eens, maar er bestaat nog groot verschil van inzichten omtrent de te vervullen voorwaarden. De vraagstukken, waarover strijd gevoerd wordt, zijn de volgende le. Moeten de permanente of blijvende verschanste leger plaatsen slechts een linie van forten bevatten of een linie van forten en een omwalling? 2e. Hoe moet de omwalling zijn ingericht? 3e. Hoe moet de linie van forten zijn ingericht? Tegenwoordig is men het over 't algemeen eens, de kampen te vormen uit een linie forten met onafhanklijke of op zich zelve staande verdediging. Er heerscht nog slechts veel gebrek aan eenstemmigheid omtrent de volgende punten lc'. Afmeting van de forten, hun tracé, hun inwendige inrichting 2e. Tusschenruimten der forten; 3'Afstanden der forten van de omwalling. Het is bij den eersten aanblik duidelijk, dat een fort door zijn ligging de hoogst mooglijke waarde zal hebben zoo het een gunstig punt van het terrein bestaat, en de naburige forten hun vuren kunnen kruisen voor zijn aan valsfront. De forten moeten het terrein in de tusschenruimten der verschanste legerplaatsen doeltreffend kunnen bestrijken. Krachtens dit beginsel zal de grootst mooglijke afstand tusschen de forten geen vijf of zes kilometers te boven mogen gaan. Na in zeer veel bijzonderheden te zijn getreden om trent de verschillende voorstellengaat de heer Brialmont achtereenvolgens het tracé en de inwendige organisatie van de forten nade onderscheidene soorten van capon- nières, in den bouw waarvan hij zich te Antwerpen een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 436