32
merriën eerst bij eene derde sprong bevrucht worden
terwijl andere zelfs onvruchtbaar blijven.
Zal nu de regeering vooral de Inlandsche bevolking-
tot het verbeteren van het paardenras aanmoedigen, dan
bepale men, dat voor het dekken niets betaald wordt.
Beoogt zij en dit geloof ikis alleen haar streven
verbetering en minder vermeerdering van den paarden-
stapel, dan moeten ook de merriën, welke niet geheel
aan de vereischten voor eene dekking voldoenonvoor
waardelijk worden afgewezen. Die afwijzing geschiede
evenwel met takt en overlegwant wordt daaraan rucht
baarheid gegevendan vermindert men zoodoende de
waarde eener merrie in het oog der bevolking. De eige
naar der merrie wordt er door ontstemd, en niet alleen
hijmaar ook een ander wordt ontmoedigdom betere
merriën voor de dekking te brengen.
De eigenaar der merrie moet niet vrij zjjn in de
keuze van den dekhengst van het stationwerwaarts
hij zich begeeft; hij behoort zich aan de beslissing van
den persoon te onderwerpen, bij wien de dekhengsten
gestationeerd zijnwant deze moet geacht worden beter
dan gene te weten, van welke paring de schoonste pro
ducten te verwachten zijn.
Van elke dekking moet aanteekening worden gehou
den in een register van een bepaald model. Van die
aanteekening wordt aan den eigenaar der merrie een
afschrift of certificaat uitgereikt. Ter onderscheiding-
van de rassen der hengsten, waardoor de merrie gedekt
kan worden, verdient het aanbeveling, om aan de regis
ters en certificaten iets kenmerkends, b. v. eene kleur,
te geven (rood voor de dekking door Makassaarsche
en blauw voor die door Sandelhoutsche hengsten, b. v.).
Tevens moet aanteekening worden gehouden van de ge-