435 tigd isdat de kooktoestel zelfs op oneffen wegen steeds vertikaal hangt, en zonder bezwaar gedurende den marscli kan worden gebruiktook wanneer het voertuig met groo- te snelheid wordt voortgetrokken. Het kooktoestel be slaat slechts de achterste helft van het voertuig; de an dere helft kan aangewend worden tot medevoering van vivres of keukengerei, als kopjes, lepels, enz. Het eigenlijke koektöestel bestaat uit twee koperen ke tels, waarvan de een binnen den anderen geplaatst is; de binnenste is geheelde buitenste alleen inwendig vertind. De buitenketel is op zij voorzien van een pijp met kraanwaardoor men het water gietdat onmiddel lijk door het vuur verwarmd wordt. De ketel wordt slechts tot op zekere hoogte met water gevuld, zoodat er vol doende ruimte overblijft voor den stoom, die in den bin- nen-ketel wordt geleid middels een gebogen buis, wier opening tot onder den deksel van den buitenketel reikt; de binnen-ketel is voorzien van een deksel, die herme tisch kan gesloten worden. De spijzen worden dus niet rechtstreeks door het vuur verwarmd, maar door het ko kende water rondom den binnenketel en door den stoom die hierin geleid is. Aan beide ketels zijn veiligheids kleppen aangebracht, beneden ruime kranen, om den toestel behoorlijk te kunnen reinigen; bovendien heeft men op den buiten-ketel een stoomfluitje geplaatst, dat het signaal geeft wanneer de spijzen gaar zijn, terwijl middels eenige kranen het kokend water kan worden afgetapt. De buitenketel doet tegelijkertijd dienst als een groote wa terketel. Daar de binnenketel als een Papiniaansche pot, met lage drukking, werkt, kan men er veel vlugger en met minder brandmateriaal alle soorten van vleeschsoep mede maken dan op de gewone fornuizen. Men kan in dezen ketel zoowel uitmuntende stchials ook allerlei soe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 444