41
naai- het Opperbestuur meendeeene nieuwe schrede zou
zijn geweest op den sinds lang veroordeelden weg van aan
vulling van het eene corps ten koste van het andere.
Zoodra de begrooting van 1877 was tot stand geko
men werd bij de Indische Regeering aangedrongen op de
spoedige indiening van een definitief voorstel tot reor
ganisatie der infanterie en tot oprichting van vier depöt-
bataillons. De ervaring," met het tijdelijk depötbataillon
op te doen, zou daarbij van nut wezen. De invoering-
van een zoo geheel nieuw stelsel van legeraanvulling
moet echter uit den aard der zaak deugdelijk worden
voorbereid.
Bijzondere mededeelingen nopens de samenstelling van
het leger zijn overigens slechts in geringe mate te doen.
Sinds de indiening van het vorig verslag gaf een voor
stel tot herziening der normale formatie van het schrij-
verspersoneel gepaard met een voorstel tot uitbreiding
van het mindere personeel bij den generalen staf aan
leiding tot breedvoerige gedachtenwisseling met de Indi
sche Regeering nopens de wenschelijkheidom een vasten
regel aan te nemen ten aanzien van den vorm, waarin
wijzigingen in de formatie moeten worden vastgesteld.
Met het oog op de volstrekte noodzakelijkheid, dat de
Regeering in staat zij en blijve om eene strenge afschei
ding te bewaren tusschen de „normale" en de «tegen
woordige" formatie van het leger, is bepaald, dat wijzi
gingen in de normale formatie steeds bij Koninklijk be
sluit zullen worden vastgestelddoch veranderingen in dc
tegenwoordige formatie tot stand zullen komen bij Indisch
besluit, ingevolge machtiging des Konings. Een en ander-
neemt niet weg dat de Gouverneur-Generaalkrachtens
art. 24 van het Regeeringsreglementde bevoegdheid
heeft omin afwachting der nadere goedkeuring van het
Opperbestuur, zoodanige formatie-uitbreidingen te beve-