46 Indischen dienst bestemd. De Iiegeering vleit zichdat de hierboven vermelde wijziging der wet tot regeling van het onderwijs bij de Koninklijke Militaire Akademie vooral de gelegenheid zal aanbieden om in de toekomst het incompleet aan artillerie-officieren te dekken. Maar daardoor is in de behoefte van het oogenblik niet voorzien. Om hieraan te gemoet te komen, werd een maatregel van geheel tijde- lijken aard in 't leven geroepen, die geenszins ten'doel heeft artillerie-officieren te vormen, maar uitsluitend als een palliatief is te beschouwen ter verlichting van de zware diensten, die bij het heerschend incompleet aanhoudend van de officieren van het genoemde wapen moeten worden ge vorderd. Onder toezicht van den kommandant van het lste regiment vestingartillerie is nameljjk een Indisch kapitein van het bedoelde wapen te Delft belast met de instructie van 10 luitenants der infanterie, die, na een cursus van zes maanden te hebben doorloopcnin de gelegenheid ge steld zullen worden door het afleggen van een praktisch examen blijk te geven dat zij geschikt zijn om, onder de bevelen van artillerie-officieren, in Indië bij de vesting artillerie te dienen. Zij, die aan dat examen voldoenzullen voor den tijd van vijf jaren bij de artillerie in Indië worden gedetacheerd; de overigen worden voor gelijken tijd ge detacheerd bij het wapen der infanterie aldaar. Bij het in Indië heerschend gebrek aan officieren der artillerie was het niet wel mogelijk, aan het onderwijzend personeel der artillerieschool te Weltevreden zoodanige uit breiding te geven als wonscheljjk voorkwamom de daar in opleiding zijnde 12 élèves binnen een bekwamen tijd aan bet officiers-examen te kunnen doen deelnemen. Ten einde aan dit bezwaar te gemoet te komenwerd als maat regel van geheel tijdelijkon aard bepaalddat de officier- IIij wordt bijgestaan door een artillerie-officier van het Neder- landsclie leger, die in Indië gedetacheerd is geweest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 57