51
In vergelijking met vorige jaren waren dus de uitkom
sten der inlandsche werving in 1816, althans op Java,
zeer bevredigend te noemen. Uiterst gering was echter
weder de aanwinst van Madoereezen, waarvan de oorzaak
wel voor een groot deel zal te zoeken zijn geweest in
de mobilisatie van drie bataillons barissans va,n dien
landaard. Ook de werving van Boegineezen leverde min
der op dan in 1875. De uitkomsten der werving in
de residentiën Amboina en Menado waren voldoende om
de korpsen, die uit de van daar afkomstige inlanders
zijn samengesteldvoltallig te houden. Omtrent de proef
met de aanwerving van inboorlingen van Halmaheira
(Alfoeren) valt wegens het korte tijdsverloop nog weinig
te zeggen. Slechts 31 Alfoeren werden verkregen. Y'oor
eene ruimere aanwerving van dit nieuwe element waren
in 1876 de omstandigheden niet gunstig, wegens de in
de residentie Ternate ontstane verwikkelingen.
De bepalingen op de werving van inlandersin den aan
vang 1875 tijdelijk in het leven geroepen, bleven ook
in 1876 gehandhaafd.
Het aantal reëngagementen, vooral onder de Europeanen,
bedroeg in 1876 veel minder dan in 1875; de volgende
staat geeft deswege détailcijfers.
Europeanen: voor een jaar 179
twee jaren 497
vier
112
830
16.18.
Afrikanen: voor een jaar
twee jaren
9
15
3
8
zes
- 35.
Inlanders: voor een jaar 120
zes