52
voor twee jaren 420
vier 125
zes .1154
181.9.
Totaal 3472.
Het geringer aantal reëngagementen behoeft echter
geen vrees te geven voor de toekomst. De Indische
Regeering schrijft de vermindering toe aan de omstandig
heid, dat er in 1876 weinig Europeanen en inlanders
bij het leger aanwezig waren wier diensttijd kwam te
eindigen. In 1869 toch bedroeg het aantal uit Neder
land aangekomen militairen, bestemd om zes jaren in Indië
te dienen, 2024 tegenover 1395 in 1870, terwijl, wat
de inlanders betreft, in 1869 1943 rekruten zich voor
zes jaren verbonden, tegen slechts 960 in 1870. Bo
vendien werden in 1873 een groot aantal Europeanen
met eene tweejarige verbintenis uit Nederland gezon
den, wier dienstverband mede in 1875 verstreek.
Tot dusver was hier alleen sprake van de aanvulling
der mindere rangen van het leger in 't algemeen. Ten
aanzien der voorziening in de behoefte aan kader moge
nog het volgende dienen.
Zoowel tot de hierboven besproken uitbreiding der
formatie van het pupillencorps te Gombong als tot hol
aanbrengen van eenige verbeteringen in de positie der bij
de corpsen ingedeelde pupillen van Afrikaansehe en in-
landsehe afkomst, werd ook met het oog op de aanvul
ling van het kader besloten; eene aanvulling, die voort
durend, vooral wat de artillerie en genie betreft, groote
inspanning blijft eischen. De maatregelen, die reeds
genomen werden om hieraan te geinoet te komen, bleven
niet geheel zonder uitwerking; hetgeen vooral gezegd
kan worden van de proef, die genomen werd met de