soldaat. Aan de goede inrichting der kantines, zoomede aan de daaraan verbonden bibliotheken wordt voortdurend veel zorg besteed. Tn 1875 namen de kantine-fondsen over het algemeen toe. Verreweg de meesten konden bij het einde van dat jaar over vrij aanzienlijke voordeeli- ge saldo's beschikken. Van het militair spaarfonds, dat bij het einde van 1874 503 inleggers telde, werd op 31 December 1875 door 451 personen gebruik gemaakt, 'die een gezamenlijk te goed hadden van f 63376, dat is ruim f 8000 meer dan het jaar te voren ingelegd bleef; wel een bewijs, dat de materieele positie van den soldaat hem de gelegenheid geeft, ook voor de toekomst iets ter zijde te leggen. Remonte. Het voor de artillerie en cavalerie benoodigd aantal paarden werd grootendeels verkregen door aankoop op de drie hoofdplaatsen van Java van San del wood- en Makassaarsche paarden, en ook voor een deel door aan koop van paarden te Makasser zelf. De daarbij verkregen uitkomsten waren echter, vooral in de eerste maanden van 1876, zeer ongunstig. Daar het zich nu liet aanziendat op Celebes, alwaar het paardenras zoodanig in verval is geraakt dat nagenoeg geene goede exemplaren, meer van daar worden aangebracht, ook in 1877 hij geene mogelijk heid een genoegzaam aantal bruikbare paarden zou te bekomen zijn, is in Januari jl. eene commissie van. twee cavalerie-ofbcieren, bijgestaan door 22 mindere militairen der artillerie en cavalerienaar het eiland Soemba gezon den om aldaar hoogstens 250 paarden aan te koopen. Dergelijke buitengewone maatregel heeft in 1870 en 1871 een gunstigen uitslag gehad. Van de oprichting eener paardenstoeterij onder militair beheer op Soemba werd voor 's hands afgezien. De daarvoor op do begrooting van 1876 toegestane som van f 10,000 bleef ongebruikt, vermits nader ontvangen rap-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 74