102 digers een hoogsteervolle capitulatie toe te staan. Den llen kwam de expeditie, door Rose in persoon aangevoerd, voor Gurakota aanen koewei de dag reeds ver gevorderd was, slaagde zij er in, de Sepoys en hunne bondgenooteu uit hunne stellingen in den omtrek van de versterking te verjagen. Tot tweemalen toe wierpen de opstandelingen zich stoutmoedig op de batterijendie hunne gelederen dundendoch zij werden met verlies teruggeslagen en moesten zich in het fort terugtrekken, terwijl een gedeelte zich in den omtrek verspreidde. Den volgenden dag werd door een bresbatterij het vuur op de versterking geopend en werd het den Sepoys duidelijk dat alle tegenstand nut teloos wasdientengevolge ontruimden zij des nachts het fort, hetwelk den volgenden morgen dan ook zonder tegenstand door liet 3„ regiment Europeesche fuseliers van Bombay werd bezet. De ruiterij van het contingent van Haïderabad zette de vluchtelingen achterna, bereik te hunne achterhoede en maakte nog vrij wat gevange nen en eenige buit. Ofschoon de overwining van Rose niet volkomen was, had hij echter het doel van zijn tocht bereiktdaar den vijand eene geduchte versterking ontnomen was, welke door haar ligging en voorraad van levens- en krijgsbehoeften aan de oproerige benden, die het land afliepen, een veilige schuilplaats aanbood. Den 17en Februari keerde de expeditionaire macht naar Saugor terug. Deze veldtocht van twee maanden was een voorproef geweest van de ontberingen en moeie- lijkhedendie nog te verwachten waren wanneer men verder het land binnendringen zoude. De districten tusschen Saugor en Cawnpore, sedert tien maanden aan een totale regeeringloosheid ten prooileverden bijna niets voor de voeding der troepen op. Reeds op den terug- marsch van Gurakota had men ongelukkige inlanders gezien,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 108