107
ondergang der zon waren de soldaten aan hare verzen
gende stralen blootgesteld, te midden van granietblokken,
die als gloeiende ovens de warmte terugkaatsten. Offi
cieren en soldaten konden zich, te midden van het gevecht,
slechts van eene beroerte vrijwaren door zich door de bhistis
(waterdragers) den inhoud hunner masacks (lederen zak
ken) over het hoofd te laten storten. Die toestand zou
echter nog verergeren. Den 31en Maart gaven de seinpos
ten het bericht, dat aan den gezichteinder verscheidene
gewapende legerkorpsen werden waargenomen, hetgeen
later eene krijgsmacht van ongeveer 20000 man bleekte
zijn. Het was het contingent van Grwalior, dat, aanmer
kelijk versterkt, onder bevel van Tantia Topi en onder
den naam van het leger van den Peïshwah met versnel
de marschen tot ontzet van Jansi oprukte.
De Engelsche generaal verloor evenwel bij al die
gevaren den moed niet. Als waardig opvolger van Clive
Wellesley en van al die verdere schitterende krijgslieden,
wier moed en bekwaamheid Engeland het schoone In
dische rijk geschonken hebbenbesloot Rose tot een
stoutmoedig optreden, dat met de schoonste uitkomsten
werd bekroond. Indien de belegeringswerken gestaakt
werdenzou daardoor de moed der belegerden verhoogd
worden en hun tegenstand toenemen. Hij besloot dan ook,
geen enkel man aan de belegering te onttrekken en Tantia
Topi met zijne twee onvoltallige brigadesongeveer 2000
man, waaronder slechts de helft Europeanen, sterk,
te gemoet te gaan. Tegen den avond evenwel bericht
ontvangen hebbendedat een sterke kolonne van het leger
van den Peïshwah zich naar cle noorderface van Jansi
begaf, wijzigde hij zijn eerste plan en zond hij de eerste
brigade af om die kolonne den weg te versperreu. Deze
beweging kon door de duisternis van den nacht door den
vijand niet opgemerkt worden. Door het geringe aantal