108 der Engelsclie troepen aangemoedigdwas Tantia Topi de Betwa overgetrokken, en had lijj zijn kamp opkorten afstand der Engelsclie tenten opgeslagen. Men was zoo dicht bij elkanderdat de schildwachten de scheldwoorden en uitdagingen hunner vijanden duidelijk konden hooren. De belegerden volgden van hunne wallen in spanning de verschillende incidenten van den dagen gaven des nachts blijk van hunne verwachtingen op een spoedige verlossing, door op den trom on de tam-tam te slaan en kanon- en geweerschoten te lossen. Met het krieken van den dag trokken de vooruitgeschoven posten der Engelschen zich op het hoofdkorps terug voor de nadering van het leger van den Peïshwah, dat in eene lange linie oprukte en waarvan de zich bovenmatig ver uitstrek kende vleugels de zwakke brigade van Kose ernstig be dreigden. Deze liet zijne infanterie zich op den grond uit strekken terwijl de rijdende artillerie dood en wanorde in de vijandelijke gelederen verspreidde. Het beslissend oogenblik was gekomen. Rose aan het hoofd van een eskadron dragonders, en de kapitein Prettyjohn, eenige kavallerie van het contingent van Haïdèrabad aanvoeren de stortten zich blindelings, de een op den rechterdo an der op den linker vleugel des vijands. Dit voorbeeld werd onmiddellijk door de infanterie nagevolgddie met de ba jonet vooruitsnelde. Deze heldhaftige aanvallen beslisten over het lot aan den dag. Toen de kruitdamp optrok, kon men een handvol Engelsche dragonders zien Ie mid den van eene wanhopige menigte, die in allerijl vluchtte naar de tweede linie, door Tantia Topi aangevoerd. Dit le gerkorps, dat van eene indrukwekkende artillerie voorzien washad stelling genomen op eene van bosschen omringde hoogte, op ongeveer twee mijl afstands van de plaats des gevechts. De verrichtingen van de tweede Engelsche brigade wa-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 114