110 gevorderd om tot een storm te kunnen overgaan. Deze werd vastgesteld op den volgenden dag. Omstreeks 3 ure in den morgen deden het 86e koninklijke en het 28e Bombaysche regiment een aanval met de bajonet, en beklommen zij de bres zonder veel tegenstand te ontmoe ten. De troependie in last hadden de stormkolonne te ondersteunen (3e regiment Europeesche fuseliers van Bombay en 2 kompagniën inlandsche sapeurs)onder vonden meer moeieljjkheden. Een der detachementen dat op een open terrein bij helder maanlicht vooruit trok werdvóór dat de muur bereikt wasvreeselijk door liet vuur der belegerden geteisterd, terwijl, toen men eenmaal bij den wal stond, de stormladders te kort of te zwak bleken te zijn. De onderneming scheen geheel te zullen mislukkentoen eenige genie-officierendoor op elkander te gaan staan en elkaar de hand te reiken er in slaagden op den muur te komen, waar zij weldra door hunne soldaten gevolgd werden. Het gevecht was hardnekkig en bleef eenigen tijd onbeslist, tot de vreug dekreten van de stormkolonne den verdedigers het ha zenpad deden kiezen. De twee korpsen sloten zich nu bij elkander aan en sloegen den weg naar het paleis in. Doch vóór dat zij daar aangekomen waren, opende de artillerie der citadelwaar de Rani eene schuilplaats ge vonden hadhaar vuur en zette zij de gebouwen nabij het paleis in brandzoodat de aanvallers de vorstelijke wo ning slechts konden bereiken door de vlammen en de ko gels heen. Bij den ingang van het paleis werd vreeselijk gestre den terwijl de Engelschen bovendien zware verliezen le den door een buskruitontploffing op het oogenblik dat zij de groote poort doortrokken. De Sepoys verdedigden met hardnekkigheid ieder vertrek en weldra bood het prachtige paleis, een meesterstuk van Indische bouiv-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 116