112 een aantal Sepoys en gewapend yolkdie zich in de hui zen van den Lane Bagh in het midden der stad hadden genesteld en verscheidene uren aan de tegen hen afge zonden troepen weerstand bodenwaarbij aan beide zij den zwaar verliezen werden geleden. Dit was het laatste gevecht, en de rookende puinhoopen van Jansi hadden geene verdedigers meer. Gedurende dezen zesdaagschen strijd telden de Engelschen 300 man aan dooden en ge kwetsten; ongeveer 15 percent van de macht, die in den strijd was geweest. Onder de eersten betreurde men den kolonel Turnbulleen uitstekend officierdie op den 1™ April met zeldzame bekwaamheid de artillerie had aangevoerd. Van de acht genie-officieren, die de ex peditie hadden bijgewoondbleven er slechts twee on gedeerd. Het verlies des vijands was veel aanzienlijker; men telde binnen de muren der stad meer dan duizend lij ken. Een groote voorraad van krijgsbehoeften en leeftocht viel den overwinnaars in handen in de citadel alleen werden meer dan 50 stukken geschut van verschillend kaliber gevonden. Dadelijk begon men met onderzoekingen naar de plaats, waar de slachtoffers van den moord op 1 Juni wa ren begravendie pogingen werden met goeden uitslag bekroond: men vond de overblijfselen der ongelukkigen in een kuil, waarin men ze door elkander had ge worpen. Sedert het vertrek van Mliow had Rose al zijne han delingen met liet beste gevolg bekroond gezien. Zonder een enkele nederlaag geleden te hebben, was hij tot in het hart van Middel-Indië doorgedrongen, had hij aan de vereenigde Indiërs hunne krachtigste vestingen ontweldigd en overal en altijd zijne tegenstanders in ver legenheid gebracht door de snelheid zijner marschen en de zekerheid van zijne slagen. Alhoewel door de inneming van Jansi een der mach-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 118