116 Golowli te nemen, waardoor men tevens liet voordeel verkreeg, in verbinding te komen met een detachement van het leger van Campbelldat op den linkeroever van de Samoena opereerde en bestond uit eenige kompagniën Sikhs, het 88° koninklijke regiment en het camel corps (infanterie op dromedarissen gezeten)alles onder bevel van den kolonel Maxwell. Yoor dat deze verbinding tot stand kwam, was het leger van den Peïshwah als de heilige vogel nit zijne asch verrezen. De citadel van Calpi en het daarbij be- hoorende welgevulde tuighuis werden verdedigd door het con tingent van Gwaliorde overblijfselen van het leger van Bengalen en eenige benden Rohillaswaarbij zich later nog de kavallerie van den radja van Bandah had gevoegd; te zamen ongeveer 20,000 man. Yolgens een officieel stuk hadden de Rani van Jansi en Tantia Topi gezworen, tot den dood toe het laatste bolwerk des opstands te ver dedigen, en het paradijs te beërven door de vernieling- der ongeloovigen. De citadel van Calpiop den rechteroever der J a- moena gelegenverheft zich op eene rots buiten de stad, waarvan zij door een reeks van afgronden is gescheiden. Buiten de stad treft men, bij wijze van gedetacheerde fortentalrijke met grachten omgeven tempels van graniet aan. Eene eerste enceinte wordt gevormd door een reeks van schansenmet zwaar geschut bewapend terwijl daar buiten zich velden, met diepe ravijnen doorploegd, aan het oog vertoonen. Door deze gesteldheid van het terrein werden niet alleen vele moeielijkheden voor de belegering geboren, doch den belegeraars ook het doen van uitval, lcn gemakkelijk gemaakt. Tantia Topi wist van die omstandigheden meesterlijk partij te trekken, terwijl hij tevens, wetende dat do zon zijn beste bondgenoot tegen de Europeanen waszijne aanvallen op het midden van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 122