117 dén dag, wanneer de hitte liet grootst was, ondernam. Rose trok op 19 Mei zijne twee brigades te Golowli, ten zuidwesten van Calpi, samen; deze strijdmacht werd den vol gende dag versterkt door een groot gedeelte van het korps van kolonel Maxwellbestaande uit eenige kompagniën Sikhsliet 88" koninklijke regiment en het geheele camel- corps. IJe kolonel Maxwell zoude aan de andere zijde der rivier met het overige gedeelte zijner troepen den aanval onderstennendoor het fort van dien kant te bom bardeeren. Door deze versterking kon men onmiddellijk tot het beleg overgaan. De linkervleugel van Hugh Rose leunde tegen den weg van Bandah naar Calpiterwijl zijn rechtervleugel zich tot de bij de Jamoena gelegen ravijnen uitstrekte. Den 21™ Mei, ten 10 ure des mor gens, trokken sterke vijandelijke kolonnes tegen den lin kervleugel der Engelschen op, en begonnen zij een vrij le vendig gevecht. Rose zag echter hierin niets anders dan een schijnaanval en nam geen enkel soldaat van zijn rech tervleugel af. De uitkomst bewees dat hij goed gezien had, want eensklaps, als door een tooverslag, waren de ravijnen, die den rechtervleugel der Engelschen begrensden, met geschut beplantdat dood en verwoesting onder hen aanrichtte terwijl de Sepoys, als uit den grond opkomen de., hen met een hagelbui van kogels overstelpten. De snelheid van den aanval, het groote aantal der aanvallers en de heete middagzon brachten de Engelsche troepen aan het wankelen; hunne gelederen raken in wanorde, nog één oogenblik van aarzeling en men moet den strijd opgeven. Doch Rose heeft reeds een middel gevonden om het gevaar te bezweren. In woeste vaart deed hij het Camel corps op de over winnende liniën des vijands inrennenop het oogenblik dat de Engelsche artillerie op het punt is in handen der verbondenen te vallenhet voetvolk springt uit den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 123