123 waren gesneldworden spoedig teruggeworpen of onder den voet gereden, en sneuvelden bijna allen. De Rani van Jansi, die sedert dien tijd niet meer op het staat kundig tooneel verschijnt, is, naar men zegt, bij dat gevecht gesneuveld. Laat ons zonder verder onderzoek het volksgerucht aannemendat de dappere Rani een roemrijken dood vond op de nabij Gwalior gelegen hoog ten. Het is toch geheel in overeenstemming met het karakter van deze Semiramis der nieuwere geschiedenis om aan het hoofd harer amazonen in een ruitergevecht te sneuvelen. Men had bjj het gevecht vau den 17™ de over tuiging gekregen dat de brigade Smith zich tegenover het gros der vijandelijke strijdkrachten bevond, waar om Rose van zijn operatielijn afging en zich bij zijn onderbevelhebber voegde. Des morgeus van den 18™ begonnen de inlandsche aanvoerders het gevecht met eene onstuimigheiddie echter van korten duur was. Het 86" koninklijke regimentter rechterzijde in tirail leurlinie opgesteld en het 71®, in dezelfde gevechtstelling, verjoegengevolgd door het hoofdkorps (hel 95e konink lijke regiment en het 10" en 85e van het leger van Bombay)de verbondenen uit de door hen bezette hoog ten en kwamen weldra aan de laatste hellingdie do vlakte van Gwalior beheerscht. Ontzaggelijke massa's kavallerie en infanterie verlieten de stad om zich in wan orde op de nabijgelegen velden op te stellen. Rose beslist nu, niettegenstaande het vergevorderde unr en de vermoeidheid zijner troependen beslissenden slag te wagen. De kavalleriedie haar marsch voortzette daalde in de vlakte af, waarop de geheele verbondene macht zonder den minsten tegenstand de vlucht nam; en tegen den avond waren de overwinnaars in bezit van de stad en van het paleis. Den volgenden dag hield de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 129