130 den. De hoop om eindelijk den moordenaar van Oawnpore in handen te krijgen, doet aller moed herleven en de vervolging werd weder met kracht voortgezet. Doch hoe ook, men kwam tot geen resultaat ter nauwernood be merkte men eene achterhoede, die spoedig in de richting der ongezonde streken van Nepaul verdween. Den 25™ De cember werd het kersfeest gevierd in het gezicht der glet- schers van den Himelaya; aan den gezichteinder nam men de toppen van den Dhawalaghiri cn van den Everett waar, men was aan het einde der bekende wereld gekomen, doch te vergeefs: de vijand zou weldra een schuilplaats vinden in den onzijdigen staat Nepaul. Op oudejaarsdag ontving men de zekere tijding, dat Beni Madho en zijn bondge- nooten zich op weinige mijlen van de Iiapti bevinden, eene rivier die het koninkrijk Oude van Nepaul scheidt. Campbell, hoezeer ernstig door een val van het paard ge wond, kon de zucht om hen te achterhalen niet bedwin gen en stelde zich aan het hoofd van eene kolonne be staande uit 150 olifanten, ieder met 5 soldaten bemand, eene batterij rijdende artillerie en de geheele kavallene. Tegen den avond toog men op marsch, doch alle pogin gen waren Vruchteloos; alleen gelukte het aan de kavalle- rie, eenige pelotons der vijandelijke ruiterij, terwijl zij de rivier overtrokken, te bereiken en daarmede eenige scho ten en sabelhouwen te wisselen. Dit belette echter niet dat de vijand de rivier overtrok en in betrekkelijken zin vei lig was, daar men zonder toestemming van den vorst van Nepaul hem niet kon vervolgen. Jang Bahadoer was er echter de man niet naar, om op ridderlijke wijze de wan hopige zaak van zijne rasgenooten terhand te nemen en liet integendeel, toen hij vernomen had welke schatten - zij met zich medevoerden, hen door zijne troepen achterna zitten. In de eerste dagen van Februari ontnam eene Engelsche brigade hun hunne laatste stukken geschut ten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 136