134 neemt Campbell cene plaats in onder de schitterendste legerhoofden, die de geschiedenis kan aanwijzen. Hooit werden vijanden of huurlingendie do wetten der militaire eer overtreden hadden, met ruwer hand gekastijd dan de Sepoys van het Bengaalsche leger. In Januari 1859 bestonden de kaders van dit ontzag gelijke militaire lichaam slechts uit een klein aantal ont wapende regimentendoor krachtige Europeesche be zettingen van nabij bewaakt. Het andere gedeelte was in den storm ten onder gegaangeen andere levende overblijfselen nalatende dan een honderdtal inlandsche sol daten, die naar de Andamansclie eilanden werden ver bannen twee a drie duizend gevangenen in de tuchthuizen en een vijf a zes duizend Sepoys, die door het een of ander toe val in de gelegenheid waren geweest naar hunne haard steden terug te keeren. Het aantal inlandsche officieren en minderen van het Bengaalsche leger, dat in weinig meer dan een jaar tijds op het slagveld aan hunne won den of door ziekten en ongemakken dan wel door den dood straf het, loven verloor, moet op honderd twintig dui zend worden geschat. Het is onmogelijk de verlie zen op te geven, door de bevolking, die aan den strijd heeft deelgenomen, geleden. "Wanneer men daarvoor de zelfde cijfers als die van de Sepoys meentblijft men verre beneden de waarheid. Meer dan tweemaal honderd dui zend inlanders betaalden met hun leven de nuttelooze pogingen der samenzweerders van Meerut en Delili. Met dit groote knekelhuis en die stroomen bloeds voor oogen, zal evenwel de onpartijdige geschiedenis moe ten erkennen dat Indië den triomf van zijne vreemde meesters niet te zwaar betaaldedaar zij de eenigen wa ren die het rijk de orde, den vrede en den vooruitgang- konden doen deelachtig worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 140