13S van 87 Europeesclie soldaten dit cijfer is een weinig hoo- ger voor de berg- en zware veldbatterijen. De vestingbat terijen, welke niet voor laatstbedoeld diensten gebezigd worden, zijn bestemd voor de verdediging van de forten, voor de bewapening van de kustbatterijen en voor den be- legeringstrein. Het totaal der koninklijke artillerie kan worden geschat op 12,300 officieren en minderen, met 7655 paarden. Ha den opstand van 1857 besloot men, alle inlandsche artillerie op te heffen met uitzondering van enkele batte rijen op de grenzen en op plaatsen waar Europeanen niet goedschiks gebezigd konden worden. Men heeft zich steeds stipt aan die beslissing gehouden, zoodat nu de eenige in- landsche artillerie, welke in de controles van het Indische leger is ingeschreven, slechts bestaat uit de veldbatterijen en eene vestingbatterij voor de troepen op de grenzen van Punjaub, benevens twee bergbatterijen voor het president schap Bombay; deze batterijen hebben in totaal 519 artil leristen, benevens de muilezeldrijvers. De inlandsche ar tillerie wordt aangevoerd door officieren, die van de ko ninklijke artillerie zijn gedetacheerd. Alle rijdende en veldbatterijen hebben zes stukken; de bergbatterijen van Bengalen hebben eveneens zes stukken, maar die van Madras en de inlandsche batterijen hebben er slechts vier. De vuurmond der rijdende en veld-bat- terijen is een getrokken 9-ponder, die aan de monding geladen worclt; deze weegt bij de rijdende artillerie 305, bij de veld-artillerie 406 kilogrammen. Yoorloopig zijn enkele batterijen nog bewapend met een Armstrong-ka- non, ten einde de daarvoor aanwezige munitie te benutten. Het bergkanon is een getrokken 7-ponder, welke 91,8 kilogrammen weegt. De zware veldbatterijen hebben elk drie Armstrongkanons van 40 pond, met twee mortieren van 8 duim en twee van 5.1- duim.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 144