146
liet andere voor den aanmaak en de verstrekking van de
voor het leger bestemde kleedingstukkén.
De technische leiding van het leger is 'toevertrouwd
aan een „kommandant van het Indisch leger Hij staat
aan het hoofd van het geheele legerdoch kan geene be
velen uitvaardigen aan de legers van Bombay en Madras
behalve ten aanzien van de discipline onder de Engelschc
troepen. Zijne macht heeft veel overeenkomst met die
van den opperbevelhebber van het Engelsche legerechter
met eenige uitzonderingenwaarvan de oornaamste zijn
1°. dat hij ondergeschikt is aan den laatstgenoemde
voor zooveel de Engelsche troepen betreft, en, omtrent
de aangelegenheden der krijgstucht, veelvuldig bevelen
uit Engeland ontvangt
2°. dat hij lid is van de Regeering der koloniënen als
zoodanig stem heeft in den Raad van Indiëonverschillig
of het behandelde onderwerp al dan niet van militairen
aard is.
De beide bevelhebbers der troepen van Madras èn Bom
bay oefenen het bevel uit onder het toezicht van de ïc-
geering van deze beide presidentschappen en volgen ten
aanzien van de krijgstucht bij de Engelsche troepen -
zooals boven gezegd -de bevelen van den legerkom-
mandant op.
Deze laatste heeft oen bijzonderen staf, bestaande uit
een militairen secretaris, verscheidene adjudanten, een
tolk en een geneesheer. Hij heeft onder zijne bevelen
de goed samengestelde bureaux van den adjudant-generaal
en den kwartiermeester-generaal, een advocaat-generaal
en een inspecteur-generaal van de artillerie. V. ij moe
ten hierbij nog melding maken van de afdeelingen voor
het onderwijs in de garnizoenen en voor het onderricht
in het schieten.