154 ■wie had kunnen denkendat een man als de tegenwoor dige Minister ran koloniënvol ondervinding ook ten aan zien van de waarde welke dikwijls aan dagbladberichten mag worden gehechtzich in bedoelde kamerzitting tot de echo zon maken van die onjuistheden? Wel is waar zeide de Ministerdat de in de dagbladen medegedeelde détails onder reserve werden aangehaald omdat Zijne Excellentie voor de juistheid niet kon instaan. Maar blijkbaar werden die détails feitelijk voor goede munt aangenomen. Immers zeide de Ministerna de mededee- ling dat een paar ingehuurde schepen waren afgedankt: ,,ITit eene prijsopgave b. v. schijnt te blijken, dat de gewone houten en matten stoelenvoor kazernes bestemd aan de Regeering tegen een prijs van f 15.en 25. in rekening zijn gebracht. Wijn werikgeleverd tegen f 3. de flesch. Ru vind ik het best, dat de militair een goed rantsoen wijn bekomt, maar het is toch niet noodig dat een gewoon soldaat chateau Lafitte drinkt. Zoo las ik dat een vlaggestok, die te Kotta Radja werd geplaatst, ƒ9000.— heeft gekost. „Ik doe dus den geaoliten afgevaardigde opmerkendat waar zulke spilzucht heerscht Deze opmerking zou .geen zin hebbenindien geen spil zucht ondersteld werd. En daar eene spilzucht als de hier bedoelde nauw verwant zou zijn aan oneerlijkheid zijn wij voor de eer van het leger verplichtden Minister en de Volksvertegenwoordiging beter in te lichten. Het meubilairzooals kazernestoelenwordt te Batavia geleverd op een door de Regeering goedgekeurd contract van openbare aanbesteding, en moest van daar voor lands- rekening, met de stoomschepen der R. I. stoomvaart-maat schappij naar Atjeh worden overgevoerd. Deze transpor ten kostten, in verband met mogelijke breekaadjebetrek kelijk veel geld. Toen dus de aannemer voorstelde, het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 160