158 voetknechten en 3- a 400 kozakken onder zijne hevelen, terwijl de macht des vijands 6- a 7000 man heiiep. De Khokandiërs hadden bovendien vrij wat krijgservaring; zij waren behoorlijk ingedeeld in kompagniën en bataljons; zij hadden uniform, vaandels, zeer goede wapenskortom alle elementen eener militaire organisatie. Generaal Trotsky be sloot tot een nachtelijken aanval, en deelde zijn voornemen mede aan den kolonel Skobeleff, destijds zijn chef'van den staf. Deze sloot zich met geestdrift bij dit plan aan, en stelde voorzelf den aanval te leidendochuitgaan de van het beginsel dat eene nachtelijke overvalling eer der ten doel heeft schrik onder den vijand te verspreiden dan hem groot nadeel toe te brengenwilde hij niet meer dan 150 kozakken medenemen. Xa eene verkenning wist hijdat de Khokandiërs op anderhalve mijl afstands van de Russen gekampeerd warenin eene open vlaktedie alleszins voor kavalleriebewegingen geschikt was. Te mid dernacht verdeelde hij zijne 150 kozakken in drie deelen, en omringde daarmede voorzichtig 's vijands legerplaats. De groep, door Skobeleff zei ven aangevoerd, passeerde do voorposten des vijandsdeze waren in diepen rust. Daarop gaf hij liet teeken tot den aanval door zijn pistool af te schieten en reed hij met zijne 150 kozakkenzonder zich om de mogelijke gevolgen te bekommeren, dwars door het vijandelijk kamp van 6-a 7000 man, gillende en schreeuwende als bezetenen en ieder neervellende die hen in den .weg kwam. De uitwerking van dezen overval was verschrikkelijk. Binnen een kwartier uurs weergalmde de vlakte van ge schreeuw, gekerm, geweervuur, hoefgetrappelgejammer kortom van al het leven van een slagveld. Toen was al les stil. Skobeleff' verzamelde zijne kozakkenen toen de morgen kwamvond hij dat hot gcheele leger des vijands verdwenen was. Dit had in het kamp echter ongeveer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 164