167
steeds zooveel mogelijk voltallig moet zijn. Maar wij vra
gen bovendien, of de dienst er niet grootelijks door zou
kunnen winnen, indien de Staat de gelegenheid had zich
van in bctrekkelijken zin onnutte dienaren te ontdoen
ook al hebben zij nog geen groot aantal jaren dienst? De
Schrijver weetbeter dan wij dat men ook in de sub
alterne rangen steeds officieren aantreft, die »meeloopen",
maar die men eigenlijk gezegd wel kwijt zou willen
zijn. Zou er geen groote prikkel voor ijverige plichts
betrachting geschapen zijnindien het individu wistten
allen tijde gepensioneerd te kunnen worden?
Om nog een voorbeeld te noemen; iemand wordt tot
een zekeren rang bevorderden wenscht den dienst te
verlaten zoodra hij in dien rang twee jaren gediend heeft. Hij
blaakt niet van dienstijveren besluit niet meer te doen dan
juist vereischt wordt. Is het nu niet in 's lands nadeel, indien
zoodanig persoon twee jaren lang in zijne betrekking ge
handhaafd moet blijven, zooals thans feitelijk het geval is
Met genoegen zagen wij dat de Schrijver het „volkomen
billijk" acht, dat jaren, tusschen de keerkringen door
gebracht, dubbel tellen. Wij wijzen daarop, omdat de
gelukkigen bij het Indisch leger dieop betrekkelijk
jeugdigen leeftijd en in min of meer goede gezondheid
pensioen genieten, in Hederland somtijds benijders vin
den en men dan ook wel eens te kwader ure de vraag
heeft geopperd of, in Indië, de verplichte diensttijd niet
op 25 effective jaren zou kunnen worden gesteld. Hu
is het wel niet denkbaar dat die vraag vooreerst in ern
stige overweging zal worden genomendaar de pensioens
termijn voor mindere militairen kort geleden op niet meer
dan 12 jaren (minimum) tot 20 jaren (maximum) is be
paald; maar het is toch wellicht niet overbodig, er op
te wijzen dat een zeer belangrijk deel der Indische officieren
in Indië zijn graf vindt volgens de officiersboekjes over-