172 Indisch leger werd benoemd, moest uitdrukkelijk worden bepaald dat hij de f 10800,pensioen per jaar, welke hem als lid in den Raad van Nederlandsch-Indië waren toegelegd, na zijne aftreding als legerkommandant zou behouden: als legerkommandant zou hem anders 2800, minder pensioen toekomen! Een resident der eerste klasse heeft na 30 jaren dienst een pensioen van f 6750,een generaal-majoor slechts f 5500,een kolonel niet meer dan f 4000, Zoo zou men de vergelijking kunnen voortzetten, doch wij gelooven niet dat dit verder noodig is. Het officiers- korps heeft in Indië eene zware taak; ten gevolge van den oorlog van Atjeh verloor het rechtstreeks van April 1873 tot Juli 1877 91 officieren; 185 officieren werden gewond; velen hebben er wel is waar niet dade lijk het leven bij ingeschoten, maar zijn met een onder mijnd lichaamsgestel uit den krijg teruggekeerd. Bij der- gelijken toestand komen de, overigens door ons geenszins gering geschatte, bezwaren en verdiensten van den bur gerlijken dienst op den achtergrond, en is onze conclusie gerechtvaardigd, dat, wanneer ooit mildheid gepast is, zij dit zijn zal bij de bepaling der pensioenen van het offi- cierskorps van het leger in Nederlandscli-Indië In zijn „besluit" drukt de Schrijver den wensch uit, dat bij eene herziening der bestaande regelingen de belan gen der vroeger gepensioneerden niet uit het oog zullen worden verloren. Wij deelen dien wensch geheel; onze oude gepensioneerde militairen in de lagere rangen leven in een in de daad beklagenswaardigen toestand, en dat hebben zij toch aan liet rijke Nederland niet verdiend. In de brochure van den generaal Weitzel komen nog vele beschouwingen voor, welke wij hier buiten bespreking

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 178