173
hebben gelaten; hetzij omdat zij meer in het bijzonder het
Nederlandsche officierskorps betroffen, hetzij omdat zij
niet dadelijk en rechtstreeks betrekking hadden op het
onderwerp de militaire pensioenen. Doch ook die beschou
wingen o. a. wanneer hij aantoont dat, in vergelijking-
met de subalterne rangen de hoogere thans in Nederland
zeer slecht betaald worden zijn de kennisneming over
waard; en zoo wij al niet met alle denkbeelden des Schrij
vers instemmen, en vooral zijne conclusion niet kunnen
deelen wanneer zij niet den weg wijzen om op afdoende
wijze de aangevoerde bezwaren in de toekomst op te heffen,
zoo herhalen wij hier gaarne wat wij in den aanhef van dit
opstel hebben gezegd: dat zijne brochure er toe zal kunnen
bijdragen, dat ten opzichte der pensioenen eene rationeele
regeling getroffen worde.
Mogen ook onze beschouwingen daartoe medewerken!