187 „In één woord, geen binnenlandsche vijand, tegen wien de verdediger maatregelen te nemen en strijdkrach ten achter te laten had. Integendeelde tucht der gemoe deren was licht en veilig, omdat zij twee groote be ginselen had: vaderlandsliefde en geloofsijver. De mi litaire chefs konden God en de beschermheiligen van de stad aanroepen zonder van zwakheid beticht of aan spot prijs gegeven te worden Als of het Parijs van Yoltaire gelijk gesteld kon worden aan een Russische provincie-stad! Maar, ik herhaal het, dit gevoel van bitterheid ten aanzien der dingen van onze dagen openbaart zich slechts zeer zelden bij onzen geschiedschrijver, die zich geheel wijdt aan de gebeurtenissendie hij tot schouwspel heeft gekozen. Er is een vraag, die niet opgehouden heeft besproken te worden door de Eransche en Russische militaire schrij vers „Zouden de bondgenooten na den slag aan de Alma door een krachtigen aanval Sebastopol hebben kunnen binnen dringen?" De heer Camille Rousset ont veinst zich niet, dat het bevestigende antwoord volge houden wordt door de twee grootste antoriteitenden maarschalk Mei die het althans niet tegenspreekt in zijn Journal des opérations du génie en den gene raal Todleben. Toch gelooft de nieuwe geschiedschrijver, steunende op de authentieke inlichtingen, niet, dat de overwinning mooglijk geweest was. Zijn betoogdat in de militaire letterkunde zeker zal worden opgemerkt, is bijna afdoende. „De lezer", zegt hij, „zal oordeelenin de voorafgaande bladzijden heeft hij de voornaamste gegevens van het vraagstuk onder de oogen gehad: aan de ééne zijde, een vestingomringd door veldwerkenwel is waar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 193