223
gelijk. Krupp heeft het tegendeel bewezen door liet ma
ken van een eenvoudig toestel.
Eenige stalen of ijzeren platen van een halven Meter
dik dus eigenlijk stalen muren zijn zóó verbonden,
dat ze een kleine hut vormen, groot genoeg om een stuk
geschut en de noodige manschappen te bergen. Het dak
en de zijden zijn bovendien door een aarden dijk beschermd,
de achterkant is gedeeltelijk open; in de voorzijde is een
gat voor den mond A an het kanon, dat gesloten wordt met
een beweegbaar stalen luik. Dat luik wordt, een oogen-
blik vóór liet kanon afgeschoten wordt; opengedraaid en in
het volgende oogenblik weer gesloten. Binnen het toestel
is ook een ventilator om den rook te verdrijven. Het
kanon is bevestigd aan een schakel van kogelswaardoor
het bij het afschieten niet achteruit slaat en gedurig op zijn
doel blijft gericht. In een dal, in de nabijheid van Bre-
delar, heeft men proeven genomen met pantserkanonnen
van groot kaliber. De bergwanden vormden de kogelvan
gers. Op een afstand van 250 en 340 Meter van een
pantserkanon werden twee pantserhutten opgericht, waarop
met granaten en houwitsers werd geschoten Die proeven
bewezen: 1° dat men de kanonnen slechts éénmaal be
hoeft te richten, 2° dat ondanks een regen van granaten
er niet de minste schade werd aangericht aan of in de
hut; dat bleek zoo duidelijk, dat zelfs toeschouwers zich
in de hut begaven; volgens getuigenis der correspondenten
van Times en Kreuzzeitung waren ze daar volkomen
veilig en merkten zij slechts een kleinen schok als een kogel
de hut raakte; 3° dat, ook als uit de hut aanhoudend
wordt geschoten, het toch bijna onmogelijk is een kogel door
het raam der hut te schieten. Xa de proeven werden de
hutten onderzocht en bleek het dat alleen door een punt-
kogel de-stalen muur een wéinig was beschadigd, daarbij
15 c. M. ingedrongen 'was.