1G
die aan den veldtelegraaf was toegekend, bleek al spoe
dig in den in 1864 uitgebroken oorlog tussclien Prui
sen en Denemarken, gedurende welken aan de Pruisi
sche veldtelegraaf-afdeelingen de taak was opgelegd,
de vernielde lijnen van den Deensehen rijkstelegraaf te
herstellen en met de vooruitrukkende troepen in verbin
ding te brengen. Dit gelukte haar volkomenbij de be
storming der Dybbüler schansen stond het hoofd-kwar-
tier van prins Frederik Karei in directe telegraphische ge
meenschap met het telegraafkantoor te Berlijnterwijl
tijdens het beleg van die forten de divisie-kwartieren en
zelfs de kwartieren der meeste brigadegeneraals met het
opperkwartier verbonden waren; 152 mijlen vernielde te
legraaflijn werden tijdens dien oorlog door de Pruisen
hersteld en in gebruik genomen, en 40 mijlen veldlijn
opgericht. Een wel onderhouden patrouilledienst waakte
tegen aanslagen der Denen op de herstelde lijnen.
De in dezen oorlog opgedane oudervinding gaf den
Pruisen aanleiding om, bij het ontstaan van den krijg
tegen Oostenrijk, de formatie hunner telegraaf-troepen uit
te breidenen de vier mobiele telegraaf-afdeelingen onder
het kommando te stellen van éénen chef der militaire
telegraphie. Ook gedurende den korten veldtocht in Bo-
hemen bewezen deze afdeelingen weder goede diensten bij
de herstelling van de afgebroken Oostenrijksche telegraaf
lijnen en het oprichten van de noodige veldlijnen. Van
belang is echter hoofdzakelijkdat liet voordeel van de
aangenomen organisatie hierbij schitterend uitkwam. Op
datzelfde stelsel van centralisatie werd na afloop van
den oorlog eene nieuwe organisatie der militaire telegra
phie in Pruisen gebaseerdwelk systeem te recht door
de andere Europeesehe legers werd nagevolgd.
Ook bij de operatiën in Italië was de telegraaf door de
Italianen zoowel als door de Oostenrijkers met voordeel