232 onze hand te hebben; zelfs de hoofden en de bevolking, die zich onderworpen hebben, zijn over het algemeen even weinig te vertrouwen als de door de hoofden tegenover ons gevoerde politiek. Het is waarlijk niet te verwonderen dat, zooals de Heer Borel zegt, onder deze omstandigheden, zelfs met zeer groote krachtsinspanning, de voordeelen van eene geregelde vechtwijze, betere bewapening en betere tactiek voor een groot deel verloren gaan; dat men met geduld en volharding moet trachten zijn doel te bereikendoch dat daartoe veel tijd vereischt wordt. Na liet voorafgaand, zeer vluchtig doch naar wij ver trouwen voor ons doel toereikend overzicht van den al- gemeenen gang des oorlogs in Atjeli, zullen wij thans in eenige beschouwingen treden omtrent de door den Heer Borel aangegeven middelen om aan den oorlog op de Noordkust van Sumatra spoedig een einde te maken. Wij zullen ons hierbij niet ophouden bij de verge lijkingen welke door den Schrijver, op blz. 463 en 464 van den Spectatorworden gemaakt tusschen de Indische oorlogen van voorheen en thansen bij de door hem ge leverde korte opsomming van de nadeelen, die in den re gel voor den aanvaller dat is voor het Nedcrlandsch- Indisch leger aan deze oorlogen verbonden zijn. Wij zullen daarbij spreken van den tegenwoordigen tijd; we hebben nu te doen met hetgeen is, niet met hetgeen was. Wat helpt liet, telkens te beweren: als dit of dat gedaan was, zou waarschijnlijk de oorlog reeds lang geëin digd zijn. Tot nog toe bestaat er niet eene reden om aan die voordeelige uitkomst geloof te hechten; na het vertrek der hoofdmacht van de 2e expeditie hebben do Atjehers in alle deelen van hun land belangrijke neder lagen en verliezen geleden, zwaarder dan hun vroeger

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 238