235 zelden aangetroffenbehoudens enkele hindernissen kan het geschut overal gemakkelijk met paarden vervoerd worden. Alles samengenomen was het terrein dus te Atjeh veel voordeeliger dan op andere lager gelegen kust landen in Indië." Wasja, dat is mogelijkwij kunnen begrijpen dat iemand, die niet verder geweest is dan de Kraton, tot zoodanige voorstelling komt. Maar hij, die later de krijgsverrichtingen onder de generaals Pel, Wiggers van Kerchem en Diemont heeft bijgewoond of de verslagen van die krijgsverrichtingen met aandacht heeft gelezen, moet wel tot eene a-eheel andere slotsom omtrent de terreins- gesteldheid in Groot-Atjeh geraakt zijn. Wij zullen trach ten, den te Atjeh niet of onvoldoende bekenden lezer een eenigszins juister denkbeeld van het terrein, waarop hoofd zakelijk de oorlog gevoerd wordt, te geven. De vallei van Groot-Atjeh heeft ongeveer den vorm van een gelijkbeenigen driehoek. De basis is de kustlijn van af Koningspmit tot Yalsch Pedro-punten heeft eene lengte van ongeveer 28 kilometers. De tophoek ligt er gens in den zadelrug, gevormd door de bergen Moeka- rah en Selawa-djanten (goudberg); de opstaande zijden des driehoeks worden gevormd door twee bergke tens, waarvan de eene zich in het westen van af Koningspunt in zuidoostelijke richting tot aan den Moekarah uitstrekt, en de andere van af Yalsch Pedro- punt in dezelfde richting tot aan den Goudberg loopt. Beide ketens vallen met vrij steile hellingen in de vallei van Groot-Atjeh. Midden door deze stroomt de Atjeli-rivierhaar oor sprong ligt in den bovengenoemden zadelrug, omtrent 45 kilometers van de kusthaar monding op de helft van den afstand tusschen Koningspunt en Yalsch Pedro-punt, Zij O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 241