19
geland zou het nut van zeer twijfelachtigen aard geweest
zijn; de expeditie toch was, met Engelsche degelijkheid,
uitstekend uitgerust en van alleswat men kon veronder
stellen, dat noodig zou kunnen zijnovervloedig voorzien
zoodat men op eene mogelijke aanvulling der legerbehoef-
ten van uit Engeland of zijne koloniën niet behoefde te
rekenen. Daarentegen had het influenceeren van het Engel
sche opperbestuur op de handelingen van den expeditie-
kommandantwaartoe de regeering allicht in de verleiding
zou gekomen zijn, niet dan belemmerendja misschien wel
zeer noodlottig op den gang der oorlogszaken kunnen
werken.
Men besloot duszich te bepalen tot het gebruik van
den telegraaf te velde zelf. Aan de uitrusting der expe
ditie had men daarom toegevoegd een kompleeten veld-
telegraaf, met lijn voor een afstand van 450 mijlen, welk
materieel, met uitzondering van de palen (waartoe 10,000
bamboezen uit Bombay zouden worden ontboden) uit
Engeland nagezonden werd.
Het personeel der telegraaf-afdeeling bestond uit twee offi
cieren en 25 man der genie-troepen welk korps later nog
met een twaalftal telegraphisten is versterkt geworden.
Aroor zoover het technische gedeelte der uitvoering betreft
stond dit personeel onder de bevelen van den chet der
expeditionaire genie; overigens berustten do directie van de
ljjn en de controle over het personeel bij de intendance.
Den 12den December 1867 dus ongeveer twee maanden
nadat de troepenmacht te Zula gedebarkeerd was, kwam de
veldtelegraaf op de Abyssinische kust aan. Het aange
voerde materieel bestond uit bouwstoffen voor:
1® eene hangende lijn, voor de gemeenschap van de
troepen met de landingsplaatslangs den hoofdweg
2° eene liggende lijn, voor het gebruik in het gevecht
of tot verbinding met de voorposten