263 hadden in het bijzonder geleden. Verscheidene granaten waren in de houten gedeelten doorgedrongen. Een ge wone granaat van 23 centimeters had de romp aan stuur boordzijde geraakt, op twee voeten ongeveer boven de waterlijn, 50 voeten van zijn spiegel af, en was tot in den longroom der officieren gedrongen; zij was in de houten bekleeding gesprongen en had haar scherven naar alle zijden verspreid. Een man was gewond en een groote scherf had in haar loop een marinier gedoodverder door de wanden der kamer aan de andere zijde gaande, had zij in de binnenste bekleeding een deuk geslagen, daar waar liet pantser aan de buitenzijde ruim 8 en de hou ten boord ongeveer 35 centimeters dik waren. Twee kogels van 64 pond hadden aan beide zijden de hellende vlakken rondom den toren (het glacis) geraakt en daarin ook deuken geslagen. „Een van onze groote kogels had blijkbaar, na geri- cocheteerd te hebben, den uitersten rand van het pant ser aan stuurboordzijde geraakt en er een stuk van af geslagen van 5,1 centimeters diep en 15,8 centimeters lang. Aan bakboord bevond zich ook eene dergelijke be schadiging evenzoo door een ricochet-schot ontstaan. De romp was aan de buitenzijde op verscheidene plaatsen geraakt door kogels van de 64-ponders; maar zij hadden er slechts een deuk in achtergelaten. Een granaatwelke door een der geschutpoorten was gedrongensprong bij een ijzeren bank. De schoorsteen en zijn omhulsel waren ongeveer twaalfmaal door en door geschoten en geraakt door de kogels van het Gratling-kanondat op de mars geplaatst was. De toren was slechts door een kogel van 18 centimeters geraakt, die er recht tegen aan was ge komen en 7,6 centimeters ingedrongen was; het tuigage van den fokkemast had vee! geleden; al de sloepen wa ren vernield,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 269