268
onmiddellijken ondergang blootgesteld achten, wanneer zij
in aanraking komt met eenigc snelvarende stoombooten.
Een zeer belangrijke les kan nog uit liet gevecht tus-
schen de Huascar en de Engelsche schepen getrokken
worden, n. 1. de noodzakelijkheid voor de Engelsche vloot
om schepen te hebben, gepantserd of niet, van gering6
lengte, omdat alleen deze met spoed kunnen wenden. Die
noodzakelijkheid is ook een machtig argument ten gunste
van de dubbele schroeven, die een vaartuig in staat stel
len met de grootste snelheid gemakkelijk om te draaien.
De Shah was door haar zonderlinge afmetingen onop
houdelijk in ernstig gevaar om door de vluggere tegen-
p ar tij geramd te worden, en een enkele stoot was voldoende
geweest om liet schip in de diepte te doen verdwijnen-
Welk een noodlottigen invloed zou zulk een onheil voor
liet prestige van de Engelsche vlag in den Stillen Oceaan
en over de gelieele wereld hebben gehad!
Maar de belangrijkste les is wel, dat door dat gevecht
het stelsel der Engelschen, 0111 ongepautserde kruisers te
hebben en deze te bewapenen met een groot aantal ka
nonnen van klein kaliber, in plaats van met weinig doch
zware stukken, ten eenemale veroordeeld wordt. Wanneer
men evenwel de schepen wil bewapenen met stukken
van 38 of 25 tonnen gewicht, dan moet men die kanon
nen plaatsen in het midden van die schepen, in een be
dekten toren of op een Moncrieff-affuit; dan wel op de wij
ze als gedaan is bij de kanonneerbooten van het type
der Staunch, waar het kanon beneden gehouden en, alleen
wanneer het afgeschoten moet worden, door stoom opge
heven wordt. Die kleine vaartuigen zijn zelfs op een kor
ten afstand bijna onzichtbaar; wanneer één van hen aan
het gevecht voor Ylo had deelgenomen, dan had het stel
lig met zijn kanon van 18 ton den strijd beslist.
Men kan ook niet beweren, dat het onmogelijk wezen