269
zoude dat vaartuigen van deze soort elkander ooit in zulke
verre wateren ontmoeten. De groote zeeslagen hebben
te allen tijde in de nabijheid van de kusten plaats gehad,
en dit zal ook wel zoo blijven; immers die gevechten
werden altijd geleverd en zullen ook in den vervolge ge
leverd worden om belangrijke kustplaatsen te verdedigen
en in vele gevallen moeten vloot en leger samenwerken,
liet komt veelvuldig voor, dat het leger van de vloot
afhangt voor den aanvoer van troepen en levensmid
delen; zelfs wordt de vloot soms een middel van transport
voor het legerzooals wij dat in den Turksch-Russischen
oorlog gezien hebben. De eenigste maal, dat een Engelsck
gepantserd eskader op het punt heeft gestaan zijn vuur
te openen tegen een vijandis geweest in de zaak van
Carthagena. Was het toen tot een strijd gekomendan
had die vloot niet alleen te doen gehad met verscheidene
forten, maar ook met de gepantserde schepen der Spaan-
sche rebellen. In het gevecht van de Huasear en de
Shall hebben wij geziendat dit laatste schip herhaalde
lijk zijn vuur moest staken uit vrees, de stad Ylo anders
nadeel toe te brengen.
Het is dus niet onredelijkte veronderstellen dat zelfs
op verre stations de Engelsche kruisers in gevallen kun
nen komendat zij zich niet alleen moeten nieten met
schepen als de Huasear, bewapend met kanonnen van
12,5 ton, maar ook zelfs met kleinere vaartuigen, die van
een zeer geduchte artillerie voorzien zijn. In die gevallen
zal men dan vooral het gemis gevoelen van zelfs niet één
enkel kanon van zwaar kaliber. En men moet niet den
ken dat dit een denkbeeldig gevaar is. De Argen-
tijnsche republiek bezit twee kleine kanonnèerbooten
die in Engeland gebouwd zijnmaar waarvan elk één
kanon heeft van 26 ton. De öhineezen zijn nog veel
verder gegaan. Eene der redenenwaarom de Engelschen