290 gelijk de den Eersten Consul aangebodene en onlangs door Félix Rocquain uitgegevene verslagen bewijzen. Kléber zag met leedwezen door de verkeerde maatre gelen van liet Comité van Openbaar "YY elzijn tallooze klei ne benden in de plaats treden van liet koninklijke leger, en de Yendée, die hij meende bij Savenay verpletterd te hebben, in hare veelzijdigheid en alomtegenwoordigheid, onder de voetstappen der helsclie kolonnes nog meer ver woed weder opstaan. Gelijk Merlinvermaande hij het Parijsche gouvernement tot mensehlievendheid en voor zichtigheid. „Het schouwspel van cle in de ascli gelegde dorpen", schrijft hij, „kan slechts de bitterheid van de sterk bewogen gemoederen doen stijgen Ongelukkig luisterde men niet naar zijn wijze raadge vingen. Hij had althans den troostdit tooneel van een verfoeilijken kamp te verlaten en naar de noordergrenzen terug te keeren, waar men slechts Oostenrijkers en Prui sen tegenover zich had. Kléber begeeft zich als divisie-generaal naar het leger van Sambre en Maas, onder de bevelen van J ourdan, en komt nog tijdig genoeg om bij te dragen tot de overwinningen aan de Roer en bij Fleurus, en om Maastricht tot overgaaf te dwingen, dien ouden roem van Maurits van Saksen. In Juni 1794 waren de legers nog even gebrekkig uit gerust als in 1793, en de generaals hadden nog die eenvoudige gewoonten, die een der dichters bezongen heeft in „de Ouden van het jaar II". Yoor hen was een paard of eene uitrusting een groote zaak, gelijk men ziet uit een merkwaardig briefje van Kléber aan den kapitein Pajol, waarin men ook het republikeinsche jij en jou aantreft. Kléber wijdde er vooral zijn zorg aandit legerdat aan alles gebrek leed, aan een weinig tucht te gewennen. Hij doet twee hoofdofficieren op de dagorder brengen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 296