293 schoots vergoed werden. Daarop volgde de Fransch- Duitsclie oorlog; de Pruisen, die in den voorgaanden oor log de ervaring hadden opgedaan dat hunne artillerie niet op de hoogte harer taak was, hadden zich middelerwijl ingespannen deze te volmaken, zoodat zijwaar zij ook den vijand ontmoette, steeds evenzeer in het voordeel bleef als vroeger de achterlaadgeweren dit waren tegen over de voorladers der Oostenrijkers. Yerder was het een algemeen verbreid begrip, dat het gebruik van de cava lerie in massa tot den verleden tijd behoorde; plotseling leert Duitschland, dat dit wapen, behoorlijk gebruikt, bij de veranderde toestanden veel grooter beteekenis heeft dan vroeger. Eindelijk komen wij tot den onlangs geëindigden oorlog. "Wij moeten voorzichtig zijn, gevolgtrekkingen te maken voordat de geschiedenis van den krijg geschreven is. Een onzer tijdschriften is voorbarig, wanneer het nu reeds spreekt van de mindere waarde der artilleriewanneer het beweert „dat het gebrekkig gebruik, door de Russen van de cavalerie gemaakt, slecht is toe te schrijven aan hun eerbied voor de achterladers des vijands," en wanneer het ons verzekert dat manschappen, met een goeden geest be zield en met goede geweren bewapend, zich kunnen staan de houden, ook al zijn zij slechts oppervlakkig tot sol daat gevormd". Het blad voegt er verder bij, dat „het gebruik van vluchtige aardewerken eene minder goed af gerichte infanterie en eene slechts onvolkomen geoefende artillerie in staat stelt, even goed haar plicht te doen als een volmaakt gevormde en gedisciplineerde troep". Wij wenschen niet in eene uitvoerige wederlegging te treden van deze beschouwingendoch kunnen ons bepalen tot eenige opmerkingen. In de eerste plaats dient men niet uit het oog te verliezendat de Russiscli-Turksche oorlog een geheel exceptioneel karakter droeg. Wanneer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 299