SUMATRA'S WESTKUST IN 1841
De geschiedenis van liet „Nederlandsch Oost-Indisch
leger ter Westkust van Sumatra", van wijlen den luitenant
kolonel H. M. Lange, eindigt met het jaar 1845. De
bescheiden, welke den schrijver bij de samenstelling van
zijnen schoonen arbeid ten dienste stonden, liepen niet
verder; trouwens, zegt hij, na 1845 is op de Westkust
van Sumatra geen oorlog meer gevoerd en is de rust er
niet noemenswaardig verstoord geworden. Eenige „op
zich-zelf staande gebeurtenissen van minder belang,"
welke sedert plaats vonden, worden echter (IIe deel,
tweede druk, blz. 500) nog „kortelijk" vermeld, en zoo
lezen wij omtrent de handelingen van den overste van
der Hart in 18,47 slechts de volgende regelen:
„In het jaar 1847 werd door den luitenant-kolonel A.
van der Hart, destijds, als Resident van Tapanoeli, ook
met het civiel gezag in de Noordelijke afdeeling bekleed,
een militaire tocht ondernomen om in het Battaland eeni
ge wederspannige kampongs tot gehoorzaamheid te bren
gen, en in datzelfde jaar ondernam diezelfde hoofdoffi-
20
«=73=scsae==-