306
cier eene expeditie om op de kusten van het eiland Nias
eene militaire vertooning te maken. Beide deze onder
nemingen werden door den overste van der Hart tot een
goed einde gebracht."
Deze mededeeling is ongetwijfeld zoo kort mogelijk;
maar dewijl het niet altijd alleen de omvangrijke en
uitgebreide veldtochten zijn, waarbij moed en beleid wor
den aan den dag gelegden in den regel zelfs het ge
vaar van den oorlog en de moeielijklieden, ontberingen,
opofferingen en volharding voor de betrokkenen bij klei
ne tochten grooter zijn dan voor hen, die aan expeditiën
op groote schaal deelnemenverdienen dergelijke kleine
tochten toch evenzeer genoemd te worden. Bovendien
hebben kleine ondernemingen dikwijls groote gevolgen,
vooral wanneer die te goedertijd plaats vinden en dus
kunnen strekken om een opkomenden geest van onte
vredenheid, onrust en verzet, tijdig te onderdrukken.
Uit dien hoofdeen omdat ik het eindelijk wel de moeite
waard acht, de geschiedenis der oorlogen ter Westkust
van Sumatra verder aan te vullen met hetgeen daarom
trent nog is aangeteelcend in het dagboek van wijlen den
kolonel A. van der Hart, die ook in de nog te vermel
den gebeurtenissen zoovele bewijzen heeft gegeven van
kloek beleid, vlei ik mij, dat het ondervolgende den lezers
van het Militair Tijdschrift niet geheel onverschillig zal
zijn.
In den avond van 24 Maart 1847 ontving de luite
nant-kolonel A. van der Hart als militaire kommandant
en wd. resident der Noordelijke afdeeling (Sumatra's West
kust) het bericht dat de als opziener bij het etablisse
ment te Loemoet geplaatste Europ. sergeant Rasmussen
des ochtendsbij het aanbreken van den dagwas over
vallen door eenig volk uit de koeria Banang Dollok,