315 voordeed, toen in de laatste dagen van April Z. M. brik Koerier en Z. M. sclioenerbrik Banka, welke een tocht deden tot liet bezoeken der noordelijke havens ter Westkust van Sumatra, ter reede van Si-Boga aankwamen. In overeenstemming met den stationskommandant werd door den milit. Kommandant en wd. Resident der Noordelijke Afdeeling besloten, dat een honderdtal solda ten zou worden ingescheept aan boord van de Koerier dat men met de beide oorlogsbodems benevens een Grouvernementskruisboot naar Troemon zou gaan, nadat onderweg te Baros een handmortier met de noodige munitie zou zijn ingenomen; en dat daarna via Singkel, waar de kapitein W. B. Kroesen met 25 onder-officieren en man schappen zouden worden opgenomen, de tocht naar Nias zou worden aanvaard. Dienovereenkomstig verlieten de genoemde vaartuigen de baai van Tapanolie en kwamen zij, na Ba ros en Singkel te hebben aangedaan, den 5™ Mei voor Troemon ten anker. Aan den wal werden de wd. Resident en de hem ver gezellende officieren der land- en zeemacht door den Radja zeer goed ontvangenvan vijandelijke of minder goed ge zinde stemming werd niets vernomen en nadat eenige po litieke aangelegenheden naar wensch waren geregeld, werden den 7en de ankers gelicht. Des middags werd Sing kel bereikt, werden de aangewezen troepen ingenomen, en nog denzelfden avond naar Nias overgestoken. Den 13en kwam men ter reede van Groenong-Sitoli, waar zich nog bij ons voegde Z. M. schoener Banda, die be stemd was tot vervanging van de Banka en van Si-Boga de tijding medebracht, dat in Si-Pirok een opstand was uitgebroken, doch dat reeds eenige troepen derwaarts wa ren getrokken om verdere uitbreiding te voorkomen en zoo doenlijk de rust te herstellen. Hoe wensc.helijk het ook ware, ook in verband

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 321