816
met de onlangs plaats gehad hebbende opschudding in
Ankola dadelijk krachtig tegen de opstandelingen op te
treden, vermeende de luit.-kolonel van der Hart toch
vooraf de zaken te Nias ten einde te moeten brengen
vooral omdat de noodige maatregelen daarvoor reeds
waren genomen en zich niet licht weer eene gelegenheid
zou voordoen, om met zulk eene macht als thans bijeen
was, het voorgenomen doel te kunnen bereiken. Met
inbegrip van den ten luitenant J. Banzer en eenige
manschappen van de bezetting te Goenong Sitoli, beston
den de nu beschikbare infanterietroepen uit 3 officieren
24 Europ. en Afrikaansche en 88 Inl. onder-officieren
en manschappen, met 2 handmortieren.
De troep werd in vier pelotons verdeeldhet eerste werd
gesteld onder de bevelen van den kapitein Kroesen, het twee
de onder die van den 2en luitenant A. J. E. Diemont en
het derde onder den 1™ luitenant J. Banzer terwijl het
vierde, dat voor twee derde gedeelte uit Europeanen be
stond, als reserve, onder dadelijk toezicht van den luit.
kolonel van der Hart door den sergeant de Yicq zou
worden gekonnuandeerd. Met deze macht en de hier bo
ven genoemde schepen, werd den 15™ Goenong Sitoli ver
laten en zoo dicht mogelijk bij de kust houdende, kwam
men den 17™ in de zuid-oostwaarts gelegen baai van Tello-
Dalem, waar men het strand verlaten, maar de toppen
der omliggende heuvels met veel volk bezet vond.
Tegen den avond vertoonden zich eenige menschen aan
het strand, die een roode vlag vertoonden, en toen de
djoeragan van de kruisboot derwaarts was gezonden, werd
deze ondervraagd naar de reden, waarom zoo\ ele schepen
te gelijk de baai waren binnengeloopen en of' zulks al
dan niet met vijandelijke bedoelingen was geschied. Dooi
den wd. Resident werd hen daarop het antwoord gezon
den, dat zij voor geene kwade bedoelingen van onzen kant