317
behoefden te vreezen, zoolang de bevolking-zelve zich
onderworpen en vredelievend betoonde en daarvan de
bewijzen zon geven, wanneer de troepen den volgenden
morgen zouden aan wal komen.
Dat debarkement vond plaats zonder eenige moeielijk-
lieid en ofschoon de houding van hen, die zich daar ter
plaatse bevondenvan groot wantrouwen getuigdewer
den de wd. Resident en de troepen toch vriendelijk ont
vangen. Bij het marcheeren naar de door hare ligging
reeds sterke kampong ontwaarde men duidelijkdat toe
bereidselen waren gemaakt om ons tegenstand te bieden,
wanneer wijzooals werd verwachtwaren gekomen met
het oogmerk om den stam van Pohilly, waartoe ook
Tello-Dalem behoorde, te bevechten. Toen echter van
onze zijde hoegenaamd geene vijandelijkheden werden ge
pleegd werd de bestaande vrees spoedig opgeheven en,
meer tot kalmte gekomen, verklaarden de voornaamste
hoofdengeen deel te hebben aan de handelingen van
het kwaadgezinde volk van Lahagoendi, dat niet alleen in
opstand was tegen het Gouvernementmaar ook de aangren
zende landen door plunderen en moorden onveilig maakte.
Na twee uren aan wal te hebben vertoefd, werd we
der geëmbarkeerd en des nachts de tocht voortgezet naar
de baai van Lahagoendiwelkeondanks haren nauwen en
kliprijken ingang, tegen den middag van den 19™werd
binnengeloopen en waar zeer nabij het strand, tegenover
de kampong Hillidja Moffou, positie werd genomen. Het
was hierdat men getracht had den luitenant Donleben
te vermoorden en, in tegenstelling met Tello-Dalem, nam
men hier, van af het oogenblik der aankomst van de
schepen, veel beweging aan het strand waar en merkte
men opdat zich veel volkwaarvan een gedeelte was
voorzien van proviand, naar den kant der kampong te
zamen trok.