321 divisie in actie was gekomen, deed de kolonel-ter-zee Wouters, overeenkomstig de ten deze gemaakte afspraak de gewapende sloepen vuur geven op het steeds aan het strand samenscholende volk, dat dit niet had ver wacht en zich haastig uit de voeten maakte. Nu de vijand eens tot vluchten gebracht waswilde de overste van der Hart hem geen tijd laten om zich weder te vereenigen en kregen het le en 2° peloton lastlangs twee wegen tot voor en achter de kampong Hillidja Moffou op te rukken en daar de komst van den overste af te wachtenten einde dan met de vereenigde macht de kampong binnen te dringen en te vermeesteren. En tirailleur vooruitgaande, zag men de vluchtende Niassers overal door het kreupelhout en de alang-alang een goed heenkomen zoeken en, als zij hiertoe gelegenheid vonden hunne lansen op ons werpentengevolge waarvan echter alleen de Inl. fuselier Siar, n°. 32368, van het peloton van den luitenant Diemont, ernstig werd gewond. Bij de kampong komende, vond men deze op een steil afge graven 70 voeten Imogen heuvel gelegen; de boorden waren versterkt met eene borstwering, waarvan de los opeengestapelde groote steenen tevens moesten dienen, om ingeval van verdediging naar beneden te worden geworpen enalzoo het naderen en beklimmen van den heu vel te beletten. Nauwelijks was dan ook de luitenant Diemont met 2ijn peloton op de hem aangewezen plaats voor de kampong aangekomen, of het werpen met steenen nam een aanvang. Het gevaar van met de zijnen op deze wijze doodelijk getroffen te kunnen worden, deed hem door enkele goede schutters eenige schoten doen op de verdedigers, die zich daarop weldra van de zoogenaamde borstwering terugtrokken. Yermeenendehiervan met voordeel partij te kunnen trekken en de kans daarop 21

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1878 | | pagina 327